Een tweedehands spijkerbroek en kadetjes met melkeiwit

16 december 2012

VERSLAG - Een voedingspatroon zonder dierlijke producten is moeilijker dan je denkt. Ook in biologische chocopasta zit melkeiwit. Maar een tweedehands spijkerbroek is zo gevonden.

Op een zondagavond eind november maakte ik met een groepje vrienden het begin van een set leefafspraken: wat willen we wel en niet eten, kopen, doen? We willen ons losmaken van passief consumentisme. Het experiment loopt inmiddels drie weken. Tijd om u bij te praten: hoe sta ik ervoor?

De afgelopen weken kwam met enige regelmaat de opmerking 'ach, wat doe je jezelf aan?' voorbij. Die kan alleen maar voortkomen uit het voorstellingsvermogen van degenen die die uitspraak deden, want ik lijd bij mijn weten niet onder dit project. Sterker nog, ik voel me regelmatig bijzonder tevreden over onze afspraken.

Zo kopen we liefst onze kleding tweedehands. Toen ik vorige week toe was aan een nieuwe spijkerbroek, ging ik dus naar marktplaats.nl. In een mum van tijd had ik een broek gevonden op nog geen kilometer afstand van mijn huis. Die broek kostte bovendien maar vijf euro en was exact hetzelfde als de broek die kapot was gegaan. Binnen een kwartier had ik antwoord op mijn mail en een half uur later was ik weer thuis met mijn nieuwe broek. Op zondagavond. Daar kan geen winkel aan tippen.

De afspraak die in het dagelijks leven de grootste impact heeft, is dat we geen dierlijke producten eten, tenzij we het heel graag willen, we de herkomst kennen en we daar achter kunnen staan. Dit laat ruimte om bijvoorbeeld melk en eieren te gebruiken, maar in de praktijk blijkt het toch nog een hele opgave om daar een hanteerbare grens in te trekken. Ik was nooit zo’n 'pakjeskijker', maar dat ben ik nu wel geworden. En wat valt me op? In vrijwel álle bereide producten zit melkeiwit. En tsja, probeer er dan maar eens achter te komen waar dat vandaan komt. Zelfs op de biologische chocopasta staat niks over de herkomst van het melkeiwit, laat staan dat ik kan weten hoe de koeien van de AH-huismerkkadetjes hebben geleefd.

Als ik altijd thuis at, zou dat niet zo'n probleem zijn. Zelf kook ik eigenlijk nooit uit pakjes en waar ik dat al deed, kan ik dat nu net zo gemakkelijk vervangen door een alternatief. Brood is meestal veganistisch, zeker als je het bij de natuurwinkel haalt, zoals ik gewend ben. Maar er ontstaat af en toe een frictie als ik bij anderen ben. Als er geen ander brood is dan de kadetjes met melkeiwit, wat doe ik dan? En wat te doen met een salade met biologische eieren, als je weet dat ook aan die eieren bezwaren kleven? Ethische overtuigingen en sociale wenselijkheid en verwachtingen komen hier met elkaar in conflict. Waar ligt de grens tussen principes en consistentie enerzijds, en wat ervaren kan worden als onnodig moeilijk doen anderzijds?

Ik maak per geval een keuze. Die kadetjes heb ik wel gegeten. Maar of ik iets nou wel of niet opeet, een doel is in ieder geval bereikt: ik begin me meer en meer bewust te worden van hoe ons voedselsysteem functioneert. Het is erop gericht mensen in onwetendheid te houden over de herkomst van hun voedsel. Zolang mensen gewend zijn aan producten en er geen negatieve connotatie bij hebben, zullen ze niet snel vraagtekens plaatsen bij hun gebruik ervan. Dat komt de industrie natuurlijk goed uit, want dan gaat de verkoop en daarmee hun winst niet omlaag. En uiteindelijk kan Wakker Dier ook geen twintig campagnes tegelijk voeren.

Ondertussen is de politiek vooral bezig de status quo te handhaven. De eerste zin in het duurzaamheidshoofdstuk van het regeerakkoord bevat de woorden “top vijf van de meest concurrerende economieën”. Maar kunnen we verbetering van bijvoorbeeld dierenwelzijn verwachten, zolang de concurrentiepositie het heiligste doel blijft?

Jojanneke Vanderveen zal op Sargasso regelmatig berichten over haar poging bewust en duurzaam te leven.

<< Terug